Treintrots
23 augustus 2023
Hedendaagse wetenschappers reizen wat af. Voor mijn eerste conferentie spoorde ik van Brussel-Zuid naar Odense. Vanuit Duitsland voer de trein mee op een ferry naar Denemarken. Zo konden we een frisse neus halen op het dek. Bij valavond moest ik nog overstappen in Ringsted, vanwaar de laatste trein via een tunnel over de Grote Beltbrug reed. Het was al bijzonder om per trein een zeestraat over te steken en onderweg raakte ik ook nog in gesprek met een kettingrokende professor die onderzoek deed naar de opname van goud in rozen.
Ik spoorde ook meerdere keren naar Berlijn om er metingen te doen aan het synchrotron. In 2008 mocht ik de resultaten presenteren op het wereldcongres over biosensoren, dat jaar in Shanghai. Oost-China is in principe met de trein te bereiken, maar ik moest op tijd terug zijn om mijn doctoraat te verdedigen. Ik nam dus toch het vliegtuig.
Na mijn overstap naar de filosofie vloog ik in 2011 ook nog trans-Atlantisch om in New York een lezing te geven over mijn werk aan infinitesimale kansen, die oneindig klein zijn maar toch niet nul. Na afloop vertelde Rohit Parikh, een logicus verbonden aan City College of New York, dat mijn lezing over oneindig kleine kansen hem deed denken aan volgend verhaal.
Er was eens een verkoper van geroosterde walnoten. Een arme man kwam bij zijn kraam en genoot zichtbaar van de geur van de noten.
‘Heb je de walnoten geroken?’ vroeg de verkoper.
‘Ja,’ zei de man.
‘Dan moet je me daarvoor betalen,’ eiste de verkoper.
De man knikte instemmend, nam twee munten uit zijn zak en liet ze rinkelen tussen zijn gesloten handen. De verkoper strekte zijn arm uit om de munten in ontvangst te nemen.
‘Heb je de munten gehoord?’ vroeg de man.
‘Ja,’ zei de verkoper.
‘Goed, dan heb ik je betaald,’ zei de man.
Een kleine online zoektocht leverde me een tiental varianten op van dit verhaal. Blijkbaar is het in alle werelddelen bekend. De aard van het eten varieert, maar het gaat altijd om geroosterd of gebakken voedsel. Het is ook niet altijd het geluid van munten dat als betaalmiddel wordt gebruikt, maar soms ook muziek of tromgeroffel.
Dit verhaal is wetenschappelijk te verantwoorden: het feit dat we etenswaren kunnen ruiken, wijst erop dat er moleculen van het eten in onze neus terecht zijn gekomen. De hoeveelheid moleculen die nodig is om iets te ruiken is verwaarloosbaar ten opzichte van de hoeveelheid moleculen die je binnenkrijgt als je eet. Het geluid van geld echter brengt zelfs geen fractie van een cent in het laatje.
Mijn bezoek aan New York leverde me weliswaar een mooie anekdote op, maar intussen zat al dat vliegen me steeds minder lekker. Zeker toen ik eenmaal een vaste aanstelling had, groeide het besef dat de vraag niet alleen is hoe, maar of je er überhaupt heen moet. In 2016 heb ik voor het laatst gevlogen: naar Zweden, voor een conferentie gekoppeld aan een vakantie.
Sindsdien heb ik uitnodigingen voor verre bestemmingen steeds beantwoord met een tegenvoorstel om online deel te nemen, maar dan hoeft het vaak niet meer.
Het verschil dat mijn individuele keuze maakt voor de globale CO2-uitstoot is verwaarloosbaar, maar de essentie van infinitesimalen is juist dat ze collectief heel substantieel kunnen zijn. Leden van de Jonge Akademie in Nederland staken in 2020 de koppen bij elkaar. Onder het motto “Hoogvliegers vliegen minder” stelden ze voor om ook na de pandemie in te blijven zetten op onlinecongressen en fysieke congressen meer lokaal te organiseren. Ze dachten ook aan strengere voorwaarden voor vliegreizen bij beursaanvragen of beloningen voor verantwoord reizen.
Ook de Noord-Amerikaanse filosofen, die drie keer per jaar van over heel de VS invliegen om elkaar te treffen aan de Oost- of Westkust of Centraal, hebben besloten om vanaf 2025 minstens één bijeenkomst online te organiseren. Dergelijke initiatieven verlagen niet alleen onze collectieve impact op het milieu, maar bieden ook meer participatiekansen voor onderzoekers met beperkingen of zorgtaken.
Deze zomer werd ik uitgenodigd voor een lezing in Argentinië. Het congres ging over waarden in de wetenschap. Online deelnemen zat er niet in, dus heb ik afgezegd. Dat leek me net zo gepast als het muntgerinkel uit de anekdote.